Kroniek Kirchberg

De oudste sporen van de nederzetting Kirchberg gaan terug tot de prehistorie, namelijk de jongere bronstijd (1100 - 900 voor Christus). De eerste inwoners van Kirchberg waren Illyriërs. Rond het midden van de 6e eeuw, begon de Beierse landroof.

902 schonk de koninklijke minister 'Radolt' het 'Prichenstal' met 'Sperten of Kirchberg' aan de bisschoppen van Regensburg, die het lieten beheren door Vögte.
In 1241 werd 'Sperten' voor het eerst genoemd als de naam van het dorp onder de 'Chirchberg'. In 1333 wordt over de 'gemeenschap van de parochie van Sperten' gesproken.
In 1377 verpachtte bisschop Konrad van Regensburg Brixental en Kirchberg aan bisschop Friedrich von Chiemsee.
In 1380 verkocht hij het aan de aartsbisschop van Salzburg tegen betaling van 18.000 Hongaarse gulden onder voorbehoud van terugkoop, en in 1385 voor nog eens 8000 Hongaarse gulden.
In 1816 werd besloten tot de eenwording van het Brixental en daarmee werd Kirchberg in Tirol er ook een onderdeel van.

Van onze 'kerk op de berg' waaraan we sinds de 14e eeuw onze plaatsnaam te danken hebben, wordt gezegd dat deze oorspronkelijk in het dorp gebouwd had moeten worden. Voordat het dak echter bedekt was met houten dakspanen, droegen duiven deze dakspanen de berg op. De Kirchbergers zagen dit als een teken van God en bouwden hier de kerk.

In de 13e eeuw werd een kerk gebouwd in Romaanse stijl. In de 15e eeuw werd een nieuwe kerk in gotische stijl gebouwd. In de 18e eeuw werd de kerk opnieuw ontworpen en was het interieur van de kerk volledig barok. In 1977/80 werd de kerk van Kirchberg volgens plan van de wereldberoemde Tiroolse architect prof. Clemens Holzmeister gerenoveerd en vergroot. Op de buitenmuur van de toren staat een grote afbeelding van de Madonna van de kerkschilder Michael Lackner uit Kirchberg.